CURSUSSEN VOOR VOLWASSENEN     CURSUSSEN VOOR KINDEREN     LEZINGEN     RONDLEIDINGEN     REIZEN     SCHOOLPROJECTEN     PUBLICATIES     ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK

 

 

Lezingen

Startpagina

 

Home     Nieuws     E-mail   

DE OUD-EGYPTISCHE RELIGIE

De oud-Egyptische godsdienst behoort tot de categorie van de uitgestorven, antieke godsdiensten. Het betrof een open denksysteem, waarin een veelheid van ideeën en doctrines samen de kerngedachten vormden, maar waaruit nooit een heilig boek voortkwam. Er was dus geen samenhangende leer die op een bepaald tijdstip in de geschiedenis geopenbaard werd en die aan de gelovigen kon worden onderwezen en gepredikt.

 

De oud-Egyptische godsdienst was een polytheïstische godsdienst, die een belangrijke rol speelde in het dagelijkse leven van de oude Egyptenaren. Zo was iedereen er zich in het oude Egypte van bewust dat de vele godheden in het land dagelijks vereerd moesten worden. Daarbij was een goede  relatie tussen de farao en de veelheid van goden van groot belang. De koning vormde namelijk de schakel tussen de wereld van de godheden en de mensen en zijn bemiddelende rol was essentieel.

 

Op bevel van de farao’s werden in het hele land voor de verering van de goden en godinnen monumentale tempels gebouwd, waarin dagelijkse erediensten gehouden werden. Hierbij verzorgden de priesters het godenbeeld van de tempel, dat in het ‘heilige der heilige’ stond, en werden er de nodige offers gebracht. Dit was van cruciaal belang in verband met het handhaven van de zogenaamde ‘maät’, die het universum beschermde: de farao moest cultische handelingen verrichten om te zorgen dat de wereldorde bleef bestaan. Het was tenslotte ondenkbaar dat de jaarlijkse overstroming van de Nijl geen doorgang zou vinden of dat de cyclus van dag en nacht een halt toe geroepen zou worden. In ruil voor de goede zorgen van de farao brachten de Egyptische godheden het volk zegeningen, zoals overwinningen in de strijd, overvloedige oogsten en herstel van ziekten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

.

 

 

 

 

 

 

In de Egyptische religie kwamen de verschillende godheden naast elkaar voor. Bovendien konden er altijd nieuwe goden gevormd worden (syncretisme). Er is dan ook geen duidelijke hiërarchie in de Egyptische godenwereld waarneembaar: plaatselijke goden konden universele goden worden en vice versa. De Egyptische godsdienst was bovendien heel tolerant. Er kwamen, op één uitzondering na, in de gehele geschiedenis van Egypte geen religieuze vervolgingen voor ten aanzien van bepaalde godenvereringen.  

 

De Egyptische goden en godinnen konden verschillende verschijningsvormen hebben: zo waren er godheden met de  gestalte van een dier, godheden met een menselijke gestalte (waarbij de goden meestal een kenmerkend attribuut hebben), godheden met de gestalte van een mens met de kop van een dier en godheden met een hybridische gestalte (bastaard). Een aantal belangrijke goden en godinnen waren: Amon (kroon met twee hoge veren, god van de lucht), Osiris (kroon, kromstaf en zweep, god van het dodenrijk), Isis (troon, vrouw van Osiris met vele moederlijke eigenschappen), Horus (valk met dubbele kroon, zoon van Osiris en Isis), Re (valk met zonneschijf, zonne­god), Anoebis (jakhals, god van de mummificatie), Hathor (koe met zonneschijf, godin van vruchtbaarheid en geboorte) en Thot (ibis of baviaan, god van de schrijvers).

 

 

In deze lezing wordt gesproken over de bijzondere kenmerken van de oud-Egyptische godsdienst en de rol van de godsdienst in de samenleving. Verder wordt stilgestaan bij de erediensten, die iedere dag in de verschillende tempels georganiseerd werden en de rol van de priesters en de farao. Uiteraard passeren de nodige goden en godinnen de revue en is het aan u om aan het eind van de lezing de godheden van elkaar te onderscheiden op basis van hun uiterlijk en eventuele attributen!