Intensieve verkenningen en twee opgravingseizoenen hebben een schat
aan gegevens over het leven in het oude Sikait opgeleverd. Naast grote
hoeveelheden Romeins en Egyptisch aardewerk zijn talloze scherven van
het zogenaamde Eastern Desert Ware opgegraven. Dit aardewerk wijst op
de aanwezigheid van een lokale bevolkingsgroep in of bij Sikait. De
woestijnbewoners die hiervoor het meest in aanmerking komen zijn de
Blemmyes, de voorouders van De Ababda Bedoeïenen. De intensieve mijnbouw
in dit gebied blijkt uit de vondst van vele smaragdfragmenten van lage
kwaliteit. Bronzen en ijzeren pijlpunten en kurasfragmenten zijn een
bewijs voor de militaire bescherming die Sikait in de oudheid genoot.
Uit de ontdekking in de grote rotstempel van een "aziatisch" uitziend
amulet (mogelijk afkomstig uit het zuidelijke koninkrijk Meroë in Soedan)
blijkt de contacten met verre streken. Dit geldt ook voor de vondst
van parels, een Nabateische munt en -aardewerk en duizenden kralen.
Sierraden, kralen en klein locaal gemaakt speelgoed wijst, in ieder
geval in de late Romeinse tijd, op de aanwezigheid van vrouwen en kinderen
in de stad.