"Smaragdus Mons" en zijn omgeving was het enige smaragdwingebied binnen
de grenzen van het Romeinse rijk. In het Habachtal in Oostenrijk,
een andere vindplaats van smaragdhoudend gesteente binnen het Romeins
territorium, is nooit enig bewijs gevonden van mijnbouw in de Romeinse
tijd. De vroegste vermelding van deze Europese smaragdvallei vinden
we in feite pas terug in een koninklijke briefwisseling uit 1669 n.Chr.
Uit analyse van de enkele bewaard gebleven Romeinse sieraden met edelstenen
blijkt dat Rome ook al smaragd importeerde uit India, waarschijnlijk
via de haven van Berenike. Plinius beschreef hoe keizer Nero naar
gladiatorengevechten keek door een smaragden kijkglas. Hoewel zijn
identificatie van het "kijkglas" waarschijnlijk onjuist was, is Plinius
wel de eerste geweest die smaragd als een vorm van beryl omschreef.
Het wetenschappelijk bewijs hiervoor kon pas in de 19e eeuw worden
geleverd.